Derailleur of versnellingsnaaf?
Al vele jaren worden er op vakantiefietsen derailleur-systyemen toegepast, meestal van Shimano.
Shimano is wereldwijd het bekendste merk en dus (vrijwel*) overal verkrijgbaar.
De Deore groepen Deore, LX, SLX, XT (reeks oplopend in prijs en finesse) zijn bij uitstek geschikt voor de vakantiefiets; ze zijn relatief eenvoudig van constructie, betrouwbaar, licht van gewicht, schakelen goed en zijn zeer efficient, MITS je de boel goed schoonhoudt en smeert.
Doe je dit consequent dan kan een achterderailleur vele tienduizenden kilometers mee en een voorderailleur nog veel langer.
De techniek van de derailleursystemen is al vele tientallen jaren hetzelfde gebleven en komt erop neer dat door een ketting"geleider" de ketting, door ons middels een "shifter", naar een groter of kleiner tandwiel wordt gedwongen en daar wordt gehouden.
Waren we vroeger blij met 6, 10 of 12 versnellingen, tegenwoordig hebben we 27 versnellingen en de fabrikanten (Shimano, SRAM, Campagnolo) willen ons maar wat graag naar 30 of 33 versnellingen toe praten, want "meer is beter" (zeggen ze).
Helemaal ongelijk hebben ze theoretisch natuurlijk niet, want hoe meer versnellingen, hoe kleiner de stapjes tussen de verschillende versnellingen kunnen zijn en hoe groter de kans dat je precies de versnelling kunt rijden die je op dat moment nodig hebt (rustig of snel fietsend, bergop, bergaf, veel of weinig tegenwind, losse ondergrond enz), maar voor ons als vakantiefietsers zit er een heel zwaar wegende andere kant aan de medaille: hoe meer versnellingen, hoe smaller de ketting moet zijn. En hoe smaller de ketting is, hoe zwakker hij wordt (bij dezelfde constructie en materiaal) en hoe sneller hij slijt! En dat willen wij als vakantiefietsers nou juist niet; wij willen een ketting die héél sterk is en héél lang meegaat.
Daarom leveren wij onze heavy duty vakantiefietsen nog zo lang als mogelijk is af met 27 versnellingen en met de bijbehorende brede en sterke ketting dus!
Als de derailleursystemen met 27 versnellingen straks gewoonweg niet meer gemaakt worden, houdt het echter allemaal op en zullen we wel naar 30 (of nog meer) versnellingen toe moeten (of we verzinnen wat anders!).
Toch is er sinds eind jaren 90 een geduchte concurrent voor de derailleursystemen op de markt gekomen: de Rohloff Speedhub 500/14 versnellingsnaaf. Over hoe de inventieve Duitser Bernhard Rohloff het voor elkaar heeft gekregen om 14 versnellingen met een bereik van ruim 500% in een kleine, lichte naaf te proppen, breken de ingenieurs bij Shimano zich nog dagelijks het hoofd; verder dan 11 versnellingen (in de Alfine-naaf) zijn zij tot op dit moment (januari 2011) nog niet gekomen. En als we dan ook nog de bewezen betrouwbaarheid van de Rohloff Speedhub meetellen (100.000 km is een peuleschil voor de naaf) en weten dat de efficiency van de naaf met 95 tot 99% gelijk is aan een schoon derailleursysteem, dan rijdt er over een paar jaar toch niemand meer met een derailleur? Of toch nog wel?
Laten we eerst eens een plaatje van het Rohloff-wonder bekijken.
Ingenieus dus (tot die conclusie waren ze bij Shimano ook al gekomen)!
En al die ingenieusiteit heeft natuurlijk zijn prijs, en die prijs is niet mis; rond het maar af op 900 euro! Maar dan heb je ook een perfect schakelende (ook stilstaand of onder last), onderhoudsarme hoogrendements-naaf, die totaal ongevoelig is voor zand, modder, sneeuw, ijs en valpartijen (zaken waar een derailleursysteem een grondige hekel aan heeft) en waarmee je (als je veel fietst) je investering zo terug hebt verdiend**.
* "vrijwel overal": ja, er zijn ongetwijfeld plaatsen te vinden, waar de plaatselijke fietsenmaker nog nooit van Shimano heeft gehoord.
** "zo terug hebt verdiend": smoesje voor vriend, vriendin, echtgenote of echtgenoot, vader of moeder om de aankoop van je Rohloff-naaf mee te verdedigen.
Maar derailleursysteem of Rohloff, er blijft één zwakke schakel in het systeem, namelijk de ketting!
Die moet altijd schoongehouden en lichtelijk gesmeerd worden.
Vandaar dat er nu de Gates Belt - drive op de markt is, waarbij de aandrijving niet meer dmv een ketting, maar door een carbon-versterkte riem plaats vindt.
De testen hiervan vallen heel goed uit - je kunt er de wereld mee rond en collega Eric Schuijt durft het zelfs aan om de riem een paar millimeter in te snijden en er dan gewoon zijn lange tochten mee af te maken.
Wat we echter niet mogen vergeten is dat de riem weliswaar ongevoelig is voor zand, stof, modder, hitte, kou of Erics mes, maar niet voor zijwaarts verbuigen (torderen, daar kan carbon weefsel niet tegen)
Mishandel je een ketting en breekt hij, dan kun je hem een paar schakeltjes inkorten en gewoon - met een paar pleisters op je neus - weer verder fietsen.
Buig je een Gates Belt de verkeerde kant op (of doet een tak dat voor je), dan breken de inwendige carbon-draden en moet je - met een paar pleisters op je neus - verder lopen. Of je moet een reserve belt bij je hebben, natuurlijk.
Komen we toch weer bij JC uit; "Ieder voordeel heb z'n nadeel".
Maar hieronder toch een plaatje van een "riemaangedreven" fiets, de Tout Terrain Metropolitan - ook bijzonder vanwege zijn vaste (geïntegreerde) bagagedrager (supersterk en altijd rotsvast) en zijn hoge kwaliteits stalen frame, dus niet alleen geschikt om in metropolen te fietsen, zoals de naam suggereert, maar vooral ook de lange afstanden daar tussenin.