Het zadel bepaalt voor een groot deel het comfort van de fiets.
Hoe verder je voorover (sportiever) op de fiets zit (en ook stevig doortrapt), hoe smaller je zadel moet zijn, en andersom: hoe "rechterop" je zit (en wat rustiger fietst), hoe breder je zadel moet zijn. Maar smal of breed, een zadel moet je zitbeentjes steun geven; zoniet (zak je er lekker in weg), dan zit je in het begin eventjes heel lekker, maar daarna, de rest van de tocht, gewoon heel erg beroerd. Daarom zijn zachte (gel)zadels voor vakantiefietsen totaal ongeschikt.
Qua materiaal zijn de zadels te verdelen in "kunststof " en "leer".
Kunststof zadels hebben de laatste 10 jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt.
Bij de modellen die geschikt zijn voor vakantiefietsen is de vorm qua ontwerp aangepast aan de gemiddelde menselijke anatomie en vermijdt druk op stuitbeen en genitale zone. Maar een kunststof zadel past zich niet aan aan het specifieke zitvlak van de fietser en je zit er dus (direct) goed op of slecht.
Leren zadels zijn bij heel veel lange-afstandsfietsers favoriet: ze passen zich aan aan het zitvlak van de berijder, zijn niet zweterig, zitten dus na een (korte) inrijperiode bijzonder comfortabel en kunnen tegen een stootje (af en toe in de was gezet, kunnen ze vele tientallen jaren meegaan).
